Even weer naar school mogen….
Eindexamenkandidaten en kwetsbare leerlingen mogen fysiek naar school komen, maar zij mag niet omdat ze niet in die doelgroep valt. Ze is niet eenzaam genoeg, heeft net iets te weinig stress, dus helaas.
Ze heeft geen laptop en moet toch online lessen kunnen volgen. Bij de administratie op school mag ze een notebook komen ophalen en dan ziet ze mij opeens.
“Ik kan mij thuis niet goed concentreren en weet niet goed hoe ik al dat huiswerk moet plannen. Mag ik alsjeblieft met u komen praten?”
Volgens de regels moet ik dit gesprek eigenlijk via Teams voeren, maar ze is er nu toch. Met de mondkappen op lopen we naar een werkkamer.
Ik stel haar de vraag: “Waar wil je het met mij over hebben?”
“Ik kan mijn lessen thuis online niet goed volgen. Kan mij niet concentreren en weet ook niet hoe ik al dat huiswerk moet maken. Het is veel.”
“Wat is jouw grootste probleem?”
Ze zucht een keer diep en zegt: “Ik mis mensen om mij heen. Op school zie ik iedereen werken en dan helpt om ook te beginnen. Ik mis de gezelligheid, de afleiding van anderen en mijn vrienden.” Die diepe zucht heb ik de afgelopen weken al van veel leerlingen mogen horen.
Ze heeft onthouden wat ik al vaker heb gezegd als ik gesprekken met haar heb. “Wat je niet kunt veranderen moet je loslaten. Maar als u dat zegt werkt dat dan wel, maar nu niet. Ik moet nu ook echt gaan accepteren dat het niet anders kan en dat vind ik moeilijk.”
Zacht zeg ik: “Sluit je ogen eens en zie jezelf in de klas zitten bij een leuke les. Wie zitten er voor je? Wie zitten er naast je? Wie zit er achter je? ” Er komt een lach op haar gezicht en ze doet haar ogen open. “Dit werkt echt!”
Dan vertelt ze dat ze over een paar dagen een online boekentoets heeft en daar stress van heeft. Wat kan ze verwachten? We stellen vragen op die ze aan de docent kan stellen om gerustgesteld te worden.
Dan vraag ik haar om nogmaals de ogen te sluiten. “Zit je nog steeds in dezelfde klas? Iedereen weer om je heen? Jullie gaan nu allemaal een toets maken. Eerst zetten we de tafels uit elkaar. Help je even mee?” Ze knikt en houdt haar ogen dicht. “Ligt alles klaar om te beginnen?” Weer knikt ze en noemt op: “Pen, papier, potlood, gum en….”
Ze opent de ogen en begint hard te lachen. “Dat heb ik eigenlijk allemaal niet nodig, want ik maak de toets online. Het gaat mij nu wel lukken.”