“Ik heb zoveel moeite met Nee zeggen. Dat heb ik altijd al gehad.”
We hebben een gesprek over waarom ze niet voor zichzelf durft op te komen. Ze geeft aan dat het zo niet hoort. Jezelf op een eerste plaats durven zetten is not done.
Ik stel haar de vraag: “Ben jij vroeger gepest?”
Ze schiet vol. “Ja, hoe weet je dat? Ik was altijd het pispaaltje zowel op de basisschool als op de middelbare school. Heb mij vaak afgevraagd waarom ze toch steeds mij moesten hebben.”
“Is dat ook waarom je op de achtergrond wilt blijven in je werk en bij anderen?”
“Ja, ik ben een gever. Altijd iets doen voor de ander, nooit voor mijzelf. Ik geef en geef en geef en vraag er nooit iets voor terug. Ik ben grenzeloos in geven, maar niet in het aangeven van mijn grenzen. Weet wel waar ze zitten, hoor, maar ben bang dat mensen mij daar dan op gaan afrekenen.”
Ze geeft aan dat ze blij is dat ik de vraag heb gesteld. Fijn dat ze er nu over mag praten.
Op het waarom krijgen we nu geen antwoord. Wel hoe ze morgen, overmorgen en nog een hele poos daarna, weer kan gaan geloven in zichzelf en in het feit dat ze een prachtig mens is. Dat ik vind dat ze er mag zijn raakt haar.
“Weet je, het klinkt misschien raar, maar ik denk dat je burn-out je ook iets heeft gebracht. Pesten kan je hebben misvormd of gevormd tot wie je nu bent. Het heeft je gebracht naar wie je nu bent en waar je nu staat.”
Ze lacht en zegt: “Eigenlijk heb ik het dan best goed gedaan tot nu toe, toch?”
Pesten heeft een enorme impact. Veel mensen die er als kind mee te maken kregen, merken dat nog elke dag in vriendschappen, relaties en op werkgebied. Erover praten helpt.