Week van autisme

Mensen met autisme zijn uiteraard volwaardige gesprekspartners.
Het is echter goed om met een aantal zaken rekening te houden.
Zo hebben ze het vaak moeilijk met het interpreteren van non-verbale signalen, gezichtsuitdrukkingen, intonatie- of volumeverandering in de stem
en wordt beeldspraak vaak letterlijk genomen.

Deze tips kunnen daarom een handige leidraad vormen:

• Gebruik korte, directe en eenduidige zinnen.
• Herhaal gerust je zin als je dat nodig acht, het zal niet als beledigend worden ervaren.
• Verwoord de boodschap positief: vertel wat wél gebeurd of gaat gebeuren.
• Laat gerust wat stilte vallen tussen je zinnen en vragen.     
  Dankzij die ademruimte zal je gesprekspartner de informatie vlot(ter) verwerken.
• Wees zo expliciet mogelijk in je tijdsaanduidingen:
  vermijd dus ‘zo meteen’ en ga voor ‘binnen vijf minuten’.
• Ondersteun de boodschap met visuele informatie.
• Stem je verbale en niet-verbale boodschap op elkaar af, zodat ze elkaar niet     tegenspreken.
• Kies indien mogelijk een prikkelarme omgeving als ‘gespreksdecor’, zodat je      gesprekspartner zich beter kan concentreren.
• Vermijd aanrakingen. Mensen met autisme zijn vaak over- of ondergevoelig       voor zintuiglijke prikkels.

Zeg wat je doet en doe wat je zegt!
Dit geldt uiteraard voor iedereen!

SPRING! verzorgt trainingen op het gebied van autisme en communicatie.
Mogelijkheden: klik hier

Voor meer informatie: info@coaching-spring.nl