Wat geloven we wat waar is? En is het ook waar?
Hoe vaak geloven wij iets, omdat het ons is verteld en niet omdat we het hebben ondervonden? En wat doet dat met ons zelfvertrouwen?
Hoe vaak denken we dat iets de waarheid is, terwijl wij ons zelf dat hebben aangepraat?
Wat denken wij dan dat waar is en is dat ook echt zo?
Een mooi verhaal is het verhaal van Dombo, het vliegende olifantje met de flaporen.
Dombo staat boven op een rots en denkt dat hij niet kan vliegen.
Naast hem zit een kraai en die zegt: “Je moet gewoon springen en heus, jij kunt echt wel vliegen!”
Dombo durft écht niet.
“Alsjeblieft,” zegt de kraai, terwijl hij een veertje uit zijn achterlijf trekt. Hij geeft dat aan Dombo.
“Het is een magisch veertje. Iedereen die dit veertje heeft kan vliegen!”
Dombo neemt het veertje in zijn slurf en springt. Hij vliegt!
Blij en gelukkig en vol vertrouwen vliegt hij rondjes door de lucht.
Tot het veertje op een moment, tijdens het vliegen, uit zijn slurf valt.
Het veertje is verloren en Dombo denkt hij ook. Hij valt en valt steeds dieper, tot hij beseft dat hij het magische veertje helemaal niet nodig heeft.
Onze waarheid, wat we geloven, kan dus als een magisch
veertje zijn.
Het olifantje kon al vliegen, maar wist het niet.