Gesprek met een doubleur
“De cijfers van de toetsweek vallen tegen, of vind je dat zelf niet?”
“Ja maar, als je het vergelijkt met vorig jaar in de eerste periode, dan heb ik het niet slecht gedaan. Toen had ik al zes onvoldoendes staan en nu nog maar drie. Ik zit dus echt wel in de stijgende lijn.”
“Vind je dan dat wij ons als school geen zorgen hoeven te maken over je?”
“Nee, niet echt. Ik weet nu in ieder geval waar het aan ligt. Frans is gewoon moeilijk en voor mij was het echt nieuwe stof in vergelijking met vorig jaar. Voor sommige vakken is het slecht om motivatie te vinden. Ik lees dan de stof over en denk: O, dat is gemakkelijk, dat ken ik al. Daarna haal ik een onvoldoende omdat ik er te gemakkelijk tegen aan heb gekeken.”
“En hoe komt het dan dat je het verslag van levensbeschouwing niet op tijd hebt ingeleverd?”
“Dat had ik niet goed genoteerd in mijn agenda. Ik dacht dat ik nog een week de tijd had, dus ik moet het beter gaan noteren en ook controleren met Magister.”
“Dat is wel een hele verandering ten opzichte van vorig jaar. Je bent je er nu veel bewuster van wat er mis is gegaan en hoe je het de volgende keer anders moet doen. Gaat het je ook lukken om het anders te gaan doen?“
“Ja hoor, ik heb nog een paar periodes.”
“Houd je er wel rekening mee dat er een aantal docenten zijn die jou nog kennen van vorig jaar? Die denken nu: Daar gaat hij weer. Vorig jaar leverde hij ook zijn spullen niet op tijd in. Haalde hij ook onvoldoendes voor een simpel rijtje woordjes leren. Die woordjes “weer” en “ook” zijn niet echt in jouw voordeel. Docenten krijgen nu een bevestiging, terwijl jij juist wilt laten zien dat je er echt voor wilt gaan om nu wel over te gaan. Docenten vergelijken jou met het vorig schooljaar. Net zoals jij ook aan het vergelijken bent met vorig schooljaar. Is dat een goede manier?
Hoe kun je ze gaan verrassen in plaats van te gaan bevestigen?”
“Op tijd mijn spullen inleveren?”
“Nee, niet op tijd, te vroeg. Gewoon één dag te vroeg. “
“En als de docent dan zegt dat ik te vroeg ben?”
“Dan geef je aan: Dat doe ik de volgende keer ook weer.”