Rekenen
OP DE ONDERWIJSBOULEVARD
In groep 3 is het belangrijk dat je al wat getallen kent. Getallen zijn symbolen die voor hoeveelheden staan en dan kun je daarmee ook gaan rekenen.
Tellen kan hij als de beste, vindt hij zelf! Hij telt van 1 tot en met 23, dan 28, 30, 19, 25 en dan kijkt hij mij trots aan. Schrijven kan hij ze ook. Hij tekent de letters en het lukt moeizaam tot 11. Daarna tekent hij door, maar het zijn voornamelijk streepjes en nullen met een haak eronder. “De 9 die vind ik nog wat moeilijk om te schrijven.”
Moeder zucht. “We hebben thuis al zo vaak geoefend op het tellen. Heen en weer, van 1 tot en met 25 en weer terug. Soms lukt het en soms niet. Ik begrijp gewoon niet waarom hij het niet kan onthouden. De juf maakt zich grote zorgen of hij wel kan gaan leren rekenen.”
Ik geef hem een groot vel papier en stiften. “Ieder cijfer mag je een andere kleur gaan geven.” “Wil je voor mij eens 1 opschrijven? En wil je dan eens 1 ding erbij tekenen wat je leuk vindt.” Hij kijkt mij vreemd aan. “Ik heb toch al 1 geschreven. Hoezo moet ik er dan nog een keer 1 bij tekenen?” Ik krijg hem niet duidelijk gemaakt wat ik bedoel en probeer het nog een keer. “Teken eens 10 dingen en zet er een rondje omheen. Dan kan ik zien dat ze bij elkaar horen.” In een mum van tijd staan er 10 cirkeltjes op papier met ook een cirkel er om heen. “Welk cijfer hoort daar nu bij?” En weer kijkt hij mij vreemd aan. “Ik moest toch 10 dingen van jou tekenen? Heb ik het niet goed gedaan?”
Voor de jongen is hoeveelheid niet gekoppeld aan een getal. Een getallenrij somt hij op omdat de juf en mama dat zijn gaan oefenen met hem. Waarom hij dat moet doen? Wat heeft dat voor doel? Daarnaast heeft hij er al helemaal geen idee van wat rekenen is. “Hoeveel mensen wonen er bij jou in huis?” Hij begrijpt het begrip hoeveel niet, maar kan wel feilloos opnoemen wie er allemaal in huis wonen. “Als ik bij papa ben dan is het best druk. Papa, mijn broertje en papa’s vriendin. Zij heeft drie kinderen en die wonen bij papa. Papa heeft ook een papa en mama. Daar zeg ik geen opa of oma tegen, maar die zijn er soms wel. Als ik bij mama ben, dan is daar mijn broertje en mijn zusje. Mijn zusje is niet van mijn papa, maar de papa van mijn zusje is mama’s vriend. We gaan soms naar opa en oma en die zijn van mama, maar ik heb ook nog een andere opa en oma en die zijn van mama’s vriend.” Hij vertelt honderduit en somt moeiteloos alle mensen op. Ook dat is een volgorde en een fikse hoeveelheid!
“Hee,” zeg ik tegen hem, “jij vertelt net dat papa’s vriendin drie kinderen heeft. Hoe heten ze?” Hij noemt de namen op en ik schrijf ze op. Ik zet er een cirkel omheen en zet er een drie naast. Verrast kijkt hij naar het papier. “Dat is gemakkelijk. Dat is hetzelfde, maar dan anders geschreven.” Hij tekent twee huizen en we schrijven de namen van iedereen erbij. Daarna de getallen. Dan gaan we tellen en verzinnen dat opa en oma weg zijn. Hoeveel mensen zijn er dan nog over? We verzinnen iedere keer situaties erbij en hij streept mensen door in de huizen en tekent er weer bij. De hond woont ook nog in een huis en die was hij eerst vergeten. Eraf en erbij. “Op school hebben we een bus en daar stappen mensen in en uit. Dat is eigenlijk precies hetzelfde.” Hij is aan het rekenen geslagen en kan niet meer stoppen!
SPRING! Coaching & Training ondersteunt bij leer-, gedrag- en opvoedingsmoeilijkheden. Het werkveld ligt o.a. op scholen voor regulier en speciaal onderwijs. In de column OP DE ONDERWIJSBOULEVARD in DeMooiSonenBreugelkrant wordt u deelgenoot gemaakt van bijzondere dingen die zich op een school of in een leeromgeving afspelen.