Zijsprongetje: Vakantie
Vakantie
Ik vang een gesprek op tussen twee kinderen dat gaat over de vakantie.
“Het was wel een lange reis. Papa vond dat hij erg ver moest rijden en dat het toch wel weer veel kilometers waren.”
“Mijn vader en moeder rijden om de beurt zodat ze tussendoor uit kunnen rusten.”
“Mijn vader wil dat niet. Hij zegt dat vrouwen niet kunnen autorijden en daarom mag mama dat van papa niet. Als papa naar het werk is, dan rijdt mama wel, maar op vakantie niet.”
“En hoe was de camping?”
“Was weer leuk!”
“Ben je nog naar de club geweest?”
“Ja, maar een keer. Ik vond het niet zo leuk als vorig jaar. Het was minder chill. Ik was met mijn vriendinnetje van vorig jaar. Die wilde terug naar de tent omdat ze een vestje moest halen. Ik snap het wel waarom ze een vestje aan wilde. Ze had een kort hemdje en een kort broekje aan en dat stond wel leuk, maar dom dat haar moeder niet wist dat het ’s avonds kouder kan worden. Ik had het niet koud, want ik had wel een vestje aan. Maar eigenlijk wilde ik ook naar huis want ik had mijn nieuwe kleren aan en die mochten niet vies worden.”
De gesprekspartners zijn ongeveer negen jaar oud.
“Zullen we naar jouw huis toe gaan?”
“Mama is wel thuis en papa niet. Mama is de garage aan het opruimen en papa had daar geen zin in. Daarom is hij maar gaan werken.”
“Dan blijven we hier. Wat zullen we gaan doen?”
Opmerkingen en vragen zijn welkom:
Désirée Brugmans, info@coaching-spring.nl